Veiligheid

Maatschappelijk effect

De zorg van de overheid voor de veiligheid van de burger is verankerd in de kernwaarden van de rechtsstaat. Geen vrijheid, geen gelijkwaardigheid, geen solidariteit zonder een veilige publieke ruimte. Er bestaat overigens geen eenduidig causaal verband tussen het handelen van de overheid en de veiligheid thuis of op straat. Veiligheid is veelal het resultaat van samenwerking en van bewust handelen op basis van eigen verantwoordelijkheid. We werken dan ook vooral aan samenwerking tussen, onder meer, politie, brandweer, woningcorporaties, bewonersorganisaties, welzijnswerkers en hulpverleners. En - daar waar dat kan - doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers.

In Nijmegen focussen we ons daarbij vooral op de thema’s die het veiligheidsgevoel van de burger rechtstreeks beïnvloeden, zoals overvallen, inbraak en diefstal. Maar ook het tegengaan van overlast en verloedering vinden we heel belangrijk. Problemen als woonoverlast en intimidatie, jeugdoverlast, en huiselijk geweld pakken we daarom stevig aan. Ook levert het programma Veiligheid een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en aan veilige evenementen en horeca. Daarnaast liggen er fundamentele taken bij de bestrijding van rampen en crises, bij de brandweerzorg en ten aanzien van de handhaving van de openbare orde.

Het belangrijkste maatschappelijke effect dat we hiermee willen bereiken: een stad waarin burgers zich in hun woon- en werkomgeving en op straat veilig voelen.

Wat Doen We

Het programma Veiligheid kent 5 taakaccenten:

  1. De beleidsontwikkeling in het domein sociale veiligheid

Belangrijkste taak is om jaarlijks de beschikbare middelen voor integrale veiligheid te vertalen naar de concrete inzet voor de bestrijding van sociale onveiligheid in de stad, met name het terugdringen van veelvoorkomende vormen van criminaliteit.

  1. De beleidsuitvoering in het domein sociale veiligheid

In het veiligheidshuis wordt de samenwerking bij de persoonsgerichte aanpak van veelvoorkomende criminaliteit geregisseerd. We leveren de ketenmanager, de ketenregisseurs en een deel van de ondersteuning bij het informatiebeheer in het veiligheidshuis.

  1. Openbare Orde en Veiligheid

Primair de ondersteuning van de burgemeester bij zijn wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Voorbeelden van openbare-orde-onderwerpen die aandacht vragen: drugsbeleid, coffeeshopbeleid en de regulering van de seksbedrijven.

  1. Integrale Handhaving

Programma Veiligheid draagt bij aan handhaving en vergunningverlening. Tevens zorgt het programma Veiligheid als procesregisseur in samenwerking met de overige betrokken programma’s voor een gemeentebreed integraal handhavingprogramma.

  1. Brandweerzorg en rampenbestrijding

Het programma Veiligheid adviseert de burgemeester ten aanzien van brandweerzaken. Daarnaast heeft de gemeente een belangrijke verantwoordelijkheid in de rampenbestrijding. Het programma Veiligheid ondersteunt en faciliteert de organisatie daarbij in het algemeen, en de gemeentesecretaris in het bijzonder.

Indicatoren

IndicatorenRealisatie 2013Doel 20142015201620172018
1. Vergroten van het veiligheidsgevoel van de Nijmeegse burger
1.1 % dat zich vaak of soms onveilig voelt in de woonbuurt, voor de wijken waar de gemeente samen met andere partners extra inspanningen verricht op het gebied van veiligheid25%<25%<25%
1.2 % dat zich vaak of soms onveilig voelt in de woonbuurt, voor heel Nijmegen18%<18%<18%
2. Reductie van het aantal incidenten
2.1 Aantal aangiften woninginbraak (pogingen393<250<250<250<250<250
2.2 Aantal aangiften woninginbraak (geslaagde inbraken940<1.060<1.060<1.060<1.060<1.060
2.3 Aantal aangiften auto-inbraak1.599<1.500<1.500<1.500<1.500<1.500
2.4 % dat in de woonbuurt vaak overlast van jongeren ervaart, voor de wijken waar de gemeente samen met andere partners extra inspanningen verricht op het gebied van veiligheid19%<20%<20%
2.5 % dat in de woonbuurt vaak overlast van jongeren ervaart, voor heel Nijmegen12%<13%<13%
2.6 Recidivepercentage voor zwaarste casussen in Veiligheidshuis (top-150)n.n.b.n.n.b.n.n.b.n.n.b.
2.7 Aantal meldingen bij de Brandweer1.396<1.816<1.816<1.816<18.16<1.816

1.1 en 1.2. Bron: Nijmeegse Burgerpeiling.

De burgerpeiling vindt een keer in de twee jaar plaats. Het laatste peiljaar was 2013. Door de tijdreeks voor onveiligheidsgevoelens in alle wijken af te zetten tegen die voor de onveiligheidsgevoelens in de wijken waar extra inspanningen op het gebied van veiligheid plaatsvinden, geeft dat een beter zicht op wat we daarmee bereiken.

2.1 en 2.2. Bron: registratie politie.

De stijging van het aantal woninginbraken in de laatste jaren heeft geleid tot extra inspanningen door de gemeente, zoals de inbraak alert brieven en voorlichtingsavonden voor burgers.

Woninginbraak behoort tot de delicten waarvan bekend is dat een relatief groot deel door veelplegers wordt gepleegd. Daarom is deze indicator ook een aanwijzing voor de mate waarin de gemeente en haar partners grip hebben op deze groep. Onderscheid tussen pogingen en geslaagde inbraken is van belang. Inspanningen gericht op meer inbraakpreventie kunnen zich vertalen in een andere verhouding tussen het aantal pogingen en geslaagde inbraken.

2.3. Bron: registratie politie.

Auto-inbraak behoort tot de delicten waarvan bekend is dat een relatief groot deel door veelplegers wordt gepleegd. Daarom is ook deze indicator een aanwijzing voor de mate waarin de gemeente en haar partners grip hebben op deze groep.

2.4. Bron: Nijmeegse Burgerpeiling.

Overlast van (groepen) jongeren is de meest genoemde reden voor onveiligheidsgevoelens in de woonbuurt. De gebieden waar extra inspanningen op het gebied van veiligheid plaatsvinden, zijn ook gebieden waar relatief veel jongerenoverlast speelt. En de inspanningen zijn dan ook onder meer gericht op het terugdringen van die jongerenoverlast.

2.5. Bron: Nijmeegse Burgerpeiling.

Door de tijdreeks voor ervaren jeugdoverlast in alle wijken af te zetten tegen die voor de ervaren jeugdoverlast in de wijken waar extra inspanningen op het gebied van veiligheid plaatsvinden, geeft dat een beter zicht op wat we met die extra inspanningen bereiken. Een andere reden om deze indicator op te nemen is dat niet alle inspanningen gericht op jeugdoverlast gebiedsgebonden zijn. Denk hierbij aan de aanpak van risicojongeren en jeugdgroepen via het Veiligheidshuis.

2.6. Bron: registratie Veiligheidshuis.

Deze gegevens zijn nog niet leverbaar, omdat het landelijk registratiesysteem waarmee in het Veiligheidshuis wordt gewerkt geen managementinformatie genereert. Zoals er nu door het Veiligheidshuis een recidivepercentage voor de veelplegers wordt bijgehouden, zo zou dat in de toekomst voor de zwaarste casussen kunnen gebeuren.

2.7. Bron: registratie Brandweer.

Aandacht voor brandpreventie en voor het terugdringen van valse meldingen zou moeten leiden tot minder brandmeldingen.

Wat gaan we anders doen

Bedragen * € 1.000,-2015201620172018
Deregulering en vermindering admin.-150
Totaal 000-150

Met de vorming van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN), de regionalisering van de brandweer en de formatie van een nationale politieorganisatie is de belangrijkste uitdaging om politiek-bestuurlijke doelen en wensen helder vertaald te krijgen naar uitvoeringsorganisaties die op grotere afstand van het politieke bestuur zijn komen te staan.

Dit betekent kerntaken helder verdelen. Vergunningen, controles en handhaving op het fysieke domein liggen bij de ODRN. De brandweer richt zich weer meer op incidentbestrijding. De samenhang zoeken we in een goede synergie met de ODRN waar het preventie en preparatie betreft. Een en ander in combinatie met deregulering (vooral ook door vergunningenprocedures meer “lean” te maken, door dubbelingen in regelgeving tegen te gaan, door te sturen op functionaliteit en proportionaliteit en door administratieve lasten te verminderen).

In dit verband is het belangrijk om een goed integraal gemeentelijk opdrachtgeverschap te organiseren ten opzichte van de ODRN en de brandweer. Het integraal opdrachtgeverschap zal ervoor moeten zorgen dat er bestuurlijk scherpe strategische keuzes worden gemaakt rondom handhavingsvraagstukken, waarbij prioritering en vereenvoudiging van regelgeving centraal staan. Kort door de bocht gezegd: het boodschappenlijstje moet geen optelsom worden van sectorale wensen en verlangens, maar er zal gekeken moeten worden waar op het fysieke domein de grootste risico’s voor de gemeente liggen – en dat zal moeten worden vertaald in een samenhangend pakket aan opdrachten richting de regionale opdrachtnemers. Speerpunten daarbij: sturen op de echte risico’s en bijbehorende vergunning- en handhavingsprocessen “lean” maken.

TODO: Navigatie

Wat gaat het kosten

VeiligheidRekening Begroot
Bedragen * 1.000.000201320142015201620172018
Financiële Lasten per product
Openbare orde & Veiligheid1,81,82,82,82,72,7
Organisatie van de rampenbestrijding13,112,511,911,911,811,7
Vergunningverlening & handhaving0,80,80,20,20,20,2
Totaal Lasten Programma15,715,114,914,814,814,6
Financiële Baten per product
Openbare orde & Veiligheid0,10,00,00,00,00,0
Organisatie van de rampenbestrijding0,10,20,20,20,20,2
Vergunningverlening & handhaving0,10,10,10,10,10,1
Totaal Baten Programma0,40,30,30,30,30,3
Totaal programma-15,3-14,8-14,6-14,5-14,4-14,3

Financiële toelichting

Met ingang van 2015 is het aantal producten van het programma Veiligheid teruggebracht van 6 naar 3 en zijn de begrote bedragen verdeeld over de nieuwe producten.

Om de veiligheid in de stad te bevorderen is er in 2015 een bedrag van € 14,9 miljoen beschikbaar. Het merendeel van het beschikbare budget wordt ingezet voor de gemeentelijke bijdrage aan de verbonden partij 'Veiligheidsregio Gelderland-Zuid' (VRGZ). Voor het jaar 2015 en verder is de bijdrage geraamd op een bedrag van € 10,4 miljoen per jaar. Het overige beschikbare budget wordt ingezet voor het veiligheidshuis, bijdrage aan antidiscriminatie-maatregelen, diverse veiligheidsprojecten en dekking (doorbelasting) van apparaatskosten en kapitaallasten.

Ten opzichte van 2014 neemt het saldo van het programma in 2015 af met € 0,2 miljoen. Deze daling wordt geheel veroorzaakt door een afname van de begrote lasten. Deze afname is voornamelijk toe te wijzen aan een aanpassing van de kapitaallasten en een herverdeling van de apparaatskosten. Daarnaast zijn met de perspectiefnota 2014 door de Raad bezuinigingstaakstellingen opgelegd. Door de oplopende bezuinigingstaakstelling 'Transformatie Veiligheidshuis', dalen de lasten met € 40.000 in 2015 en nog eens met € 35.000 vanaf 2016.

De begrote lasten blijven in de jaren 2016 en 2017 op een niveau van € 14,8 miljoen, maar nemen in 2018 verder af met € 0,2 miljoen tot € 14,6 miljoen. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de ambitie uit het coalitieakkoord door in het fysieke veiligheidsdomein meer risicogestuurd te willen handhaven, wat in de praktijk neerkomt op een bezuiniging op de adviesrol van de brandweer ten aanzien van preventie. Deze taakstelling bedraagt € 150.000.