Lokale heffingen

Deze paragraaf bevat informatie over het rijks‐ en gemeentelijk beleid met betrekking tot gemeentelijke belastingen.

ALGEMEEN

De bevoegdheid tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van gemeentelijke heffingen berust bij de Raad. Een dergelijk besluit wordt genomen door het vaststellen, wijzigen of intrekken van een daartoe bestemde verordening. Het belastinggebied van een gemeente is begrensd. De Gemeentewet bepaalt limitatief welke belastingen door een gemeente mogen worden geheven. Daarnaast kan bij wet aan de gemeente de bevoegdheid worden toegekend om een bepaalde belasting te heffen, een voorbeeld hiervan vormt de Afvalstoffenheffing die zijn wettelijke grondslag vindt in de Wet Milieubeheer.

Welke belastingen en rechten worden in de gemeente Nijmegen geheven?

Belastingen worden door de heffingsambtenaar dwingend opgelegd zonder dat daar een aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. Rechten worden geheven op basis van artikel 229 van de Gemeentewet. Tegenover deze heffingen staat wel een aanwijsbare tegenprestatie. Bovendien mag het totaal van de verwachte inkomsten uit rechten het totaal van de verwachte uitgaven niet overschrijden.

De gemeente Nijmegen heft de onderstaande belastingen en rechten:

  • onroerende‐zaakbelastingen (artikel 220 tot en met artikel 220i Gemeentewet);
  • rioolrechten (artikel 229 Gemeentewet);
  • eenmalig rioolaansluitrecht (artikel 229 Gemeentewet).
  • afvalstoffenheffing (artikel 15:33 Wet milieubeheer);
  • parkeerbelasting (artikel 225 Gemeentewet);
  • hondenbelasting (artikel 226 Gemeentewet);
  • precariobelasting (artikel 228 Gemeentewet);
  • reinigingsrechten (artikel 229 Gemeentewet);
  • scheepvaartrechten (artikel 229 Gemeentewet);
  • marktgelden( artikel 229 Gemeentewet);
  • toeristenbelasting (artikel 224 Gemeentewet);
  • leges (artikel 229 Gemeentewet);

In onderstaande tabel zijn de inkomsten uit de lokale heffingen opgenomen:

bedragen * € 1 miljoen Opbrengst 2013 Dynamische begroting 2014 Stadsbegroting 2015
Onroerende zaakbelasting 62,0 63,9 68,3
Afvalstoffenheffing 6,0 6,4 4,8
Rioolrecht 11,4 11,9 13,6
Parkeergelden 12,9 13,8 14,2
Leges bouwvergunningen 4,9 3,9 3,9
Opbrengst groene zakken 2,7 2,9 2,9
Leges burgerzaken 3,0 3,4 3,7
Hondenbelasting 1,1 1,1 1,1
Parkeerboetes 1,7 1,7 1,6
Precariobelasting 0,6 0,5 0,5
Reinigingsrecht bedrijven (aanslagen) 0,7 0,7 0,7
Scheepvaartrechten 0,3 0,1 0,1
Marktgelden 0,2 0,3 0,3
Toeristenbelasting 0,3 0,5 0,5
Overige leges 1,2 1,2 1,2
Totaal 108,9 112,3 117,4

De totale opbrengst van al deze heffingen bedraagt ongeveer € 117 miljoen. Het merendeel van de opbrengst wordt gegenereerd door de OZB, de Afvalstoffenheffing en de Rioolheffing. Hieronder lichten we de veranderingen op de verschillende heffingen toe.

Wettelijke ontwikkelingen
Overheidsvordering proefperiode

De Belastingdienst kan een belastingschuld rechtstreeks van de bankrekening van een belastingschuldige afschrijven (overheidsvordering). Dat gebeurt als er na de ontvangst van een dwangbevel nog steeds niet is betaald. Er is in 2012 landelijk gestart met een proef waaraan een aantal gemeenten deelneemt. Nijmegen neemt ook deel aan de proef.

De resultaten zijn bevredigend en bieden op een relatief eenvoudige wijze de mogelijkheid openstaande vorderingen te incasseren. Op dit moment is het nog niet bekend wanneer de overheidsvordering definitief in gaat.

Modernisering Wet WOZ

Het kabinet heeft een aantal wijzigingen voorgesteld van de Wet WOZ. De volgende 2 wijzigingen maken onderdeel uit van het plan:

1. Verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen;

2. Instellen van een landelijke voorziening WOZ bij het Kadaster.

De beoogde inwerkingtreding van dit voorstel is uitgesteld naar 2015.

Macronorm

De VNG heeft met minister Plasterk afgesproken samen op zoek te gaan naar een nieuwe indicator voor het vervangen van de huidige macronorm OZB. De macronorm is het maximale percentage dat de OZB-opbrengsten, in alle gemeenten samen, in een jaar mag stijgen. In het Bestuurlijk Overleg financiële verhoudingen (Bofv) van 10 september 2014 is het rapport "Evaluatie systematiek macronorm OZB vastgesteld. In het rapport concludeert de werkgroep dat de macronorm OZB geen effectief beheersingsinstrument is gebleken. Om die reden heeft de werkgroep dan ook voorgesteld om deze norm af te schaffen. Alternatieven voor de norm worden momenteel uitgewerkt. In 2015 wordt de norm daarom nog gehandhaafd als instrument. De macronorm komt in 2015 op 3%.

Hiernaast is het kabinet voor 2016 en verder voornemens om samen met de VNG te komen tot een woonlastennorm. Deze variant wordt nader uitgewerkt ten behoeve van besluitvorming in het Bofv van voorjaar 2015.

Lokale ontwikkelingen
Coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen voor Nijmegen: sociaal, duurzaam en ondernemend’

De keuzes voor de komende jaren zijn vooral gebaseerd op het uitgangspunt ‘sterkste schouders dragen de zwaarste lasten’. Dit betekent dat we gebruikers van woningen en bedrijfspanden bij de lokale lasten ontzien en in de komende jaren geleidelijk lasten verschuiven van gebruikers naar eigenaren van woningen en bedrijfspanden. Het uitgangspunt ‘de gebruiker betaalt’ komt tot uitdrukking doordat de groene zak blijft gehandhaafd.

Uitgangspunten:

  • De afvalstoffenheffing wordt afgeschaft en deze wordt verschoven naar de OZB woningen in drie jaar met ingang van 2015;
  • De OZB G voor niet woningen wordt afgeschaft en deze wordt verschoven naar de OZB E niet woningen in drie jaar vanaf 2016;
  • De maximale WOZ waarde waarover Rioolheffing wordt berekend (aftoppingsgrens ) wordt geleidelijk verhoogd naar 10 miljoen;
  • De prijs van de groene huisvuilzak (‘De vervuiler betaalt’) wordt gehandhaafd op €0,93 per stuk.
Perspectiefbrief 2015

Nadat de inhoudelijk en financiële kaders voor de huidige bestuursperiode zijn vastgelegd in het coalitieakkoord, zijn de grondslagen voor de stadsbegroting 2015-2018 opgenomen in de perspectiefbrief 2015.

Lokale heffingen algemeen

Alle tarieven zijn volgens het bestaand beleid met de inflatiecorrectie van 1,42% voor 2015 geïndexeerd. Daar waar sprake is van een ander percentage stijging of daling wordt dit hieronder per heffing toegelicht.

TOELICHTING PER HEFFING

Toelichting woonlasten

OZB

Eigenaren van woningen en van niet‐woningen betalen eigenarenbelasting. Voor een niet woning betaalt de gebruiker van een pand de gebruikersbelasting van de OZB. Het tarief is afhankelijk van de WOZ‐waarde van het pand. Het uitgangspunt is dat de opbrengst gelijk blijft: om dit te kunnen bereiken, stijgt het tarief bij een waardedaling en daalt het tarief bij een waardestijging.

Voor 2015 spelen de volgende aspecten voor de berekening van het tarief een rol:

  • De uitgangspunten zoals opgenomen in het coalitieakkoord respectievelijk de perspectiefbrief 2015 en de Stadsbegroting 2015-2018 ten aanzien van de OZB;
  • De verwachting dat er in 2014 een waardedaling optreedt voor woningen en voor niet‐woningen. Als gevolg hiervan stijgt het tarief OZB om de daling in opbrengst te compenseren;
  • De opbrengsten moeten geïndexeerd worden.
Tarieven 2014-2015  
Belastingjaar 2014 Belastingjaar 2015
woningen niet-woningen woningen niet-woningen
eigenaar eigenaar gebruiker eigenaar eigenaar gebruiker
0,2115% 0,4340% 0,3364% 0,2413% 0,4504% 0,3491%
Opbrengst bedragen * € 1 miljoen
Dynamische begroting 2014  Stadsbegroting 2015
€ 63,9 € 68,3
Afvalstoffenheffing

Iedere gebruiker van een pand waar huishoudelijke afvalstoffen worden opgehaald moet Afvalstoffenheffing betalen. Daarnaast betalen gebruikers ook via de groene huisvuilzak.

Iedereen is namelijk verplicht de groene huisvuilzak voor huishoudelijk restafval te gebruiken.

Tarieven 2014 -2015    
  Belastingjaar 2014 Belastingjaar 2015
Eenpersoonshuishouden € 75,65 € 56,87
Meerpersoonshuishouden € 92,59 € 69,60
Opbrengst inclusief huisvuilzak bedragen * € 1miljoen
Dynamische begroting 2014  Stadsbegroting 2015
€ 9,3 € 7,7

Voor 2015 wordt het tarief voor de gebruiker van een pand met de inflatiecorrectie van 1,42% verhoogd. Dit volgens de uitgangspunten zoals in het coalitieakkoord en de Perspectiefbrief 2015 verwoord. De Afvalstoffenheffing inclusief de groene zak 2014 heeft hierdoor een kostendekkendheid van 50% bereikt.

De prijs van de groene zak bedraagt €0,93 en van de (kleine) rode zak €0,62.

Rioolheffing

De belasting wordt geheven van de eigenaar van een pand, dat is aangesloten op de gemeentelijke riolering of openbaar gemeentewater. Het tarief is afhankelijk van de WOZ-waarde van het aangesloten pand. Het tarief voor woningen en niet‐woningen is gelijk.

Per perceel mag per belastingjaar niet meer dan € 3.208,‐ aan Rioolheffing (WOZ‐waarde € 4 miljoen) worden betaald, dus alle panden met een waarde van € 4 miljoen of hoger betalen niet meer rioolheffing dan de genoemde € 3.208,-. Met het verhogen van deze aftoppingsgrens (coalitieakkoord 2015-2018) gaat ongeveer 3% van de bedrijven € 1.129,- meer betalen.

Als risico voor de rioolheffing wordt er op gewezen dat er een cassatieprocedure loopt over oudere jaren (vanaf 2006) waarvan het risico € 300.000,= kan bedragen wanneer in deze zaak door de Hoge Raad een voor de gemeente Nijmegen negatieve uitspraak wordt gedaan. De in deze kwestie aan de orde zijnde rechtsvraag is, of de gemeente Nijmegen in 2006 een zodanig tarief heeft gehanteerd waardoor de opbrengst meer dan kostendekkend is en betreft de toelaatbaarheid van de door ons gehanteerde financieringssystematiek. Volgens de Gemeentewet mogen gemeenten bij de heffing van het rioolrecht geen winst maken. Het hof heeft onze verordening in juli 2013 onverbindend verklaard. Wij zijn in september 2013 in cassatie gegaan. De uitspraak van de Hoge Raad verwachten we begin 2015. Het risico van €300.000 ontstaat echter als alle nog niet onherroepelijk vaststaande aanslagen over 2006-2013 komen te vervallen.

Tarieven 2014 - 2015  
Belastingjaar 2014 Belastingjaar 2015
Woningen niet-woningen woningen niet-woningen
eigenaar eigenaar eigenaar eigenaar
0,0693% 0,0693% 0,0802% 0,0802%
Opbrengst bedragen * € 1 miljoen
 Dynamische begroting 2014  Stadsbegroting 2015
€ 11,9 € 13,6

De ontwikkeling van de lastendruk: vergelijking 2014 en 2015

Hier zetten we op grafische wijze op een rij wat de effecten van de geschetste woonlastenontwikkelingen zijn op de lastendruk, vanuit het perspectief van burgers en bedrijven: Hoeveel moeten ze betalen aan woonlasten in 2015 en hoe verhoudt zich dat tot de lasten van het afgelopen jaar.

Woningen

Uit bovenstaande figuur blijkt dat door de maatregelen uit de perspectiefnota 2014, het coalitieakkoord en de Perspectiefbrief 2015 de woonlasten voor de eigenaar‐bewoner licht stijgen.

In de perspectiefnota 2014 is besloten om de gemiddelde woonlasten in 2015 met € 22,- te verhogen. De helft van deze stijging wordt gerealiseerd door het verhogen van de afvalstoffenheffing. De andere helft wordt opgebracht door de rioolheffing.

Deze voorgenomen verhoging zorgt voor ruim 3% van de stijging van de woonlasten.

De woonlasten van de huurder dalen als gevolg van de maatregel uit het coalitieakkoord waar de afvalstoffenheffing in 3 jaar wordt overgeheveld naar de OZB woningen.

Niet woningen

Uit deze tabel blijkt dat door de maatregelen uit de perspectiefnota 2014, het coalitieakkoord en de Perspectiefbrief 2015 de woonlasten van de eigenaar gebruiker, huurder en verhuurder van een niet woning licht stijgen.

Woonlastenvergelijking 2014 Nijmegen ten opzichte van andere grote steden.

Het Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) brengt jaarlijks een overzicht Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten uit, waarin de woonlasten van ongeveer 35 grote gemeenten in kaart worden gebracht en worden vergeleken. Onder woonlasten wordt in dit verband verstaan de OZB van een woning met een gemiddelde WOZ‐waarde en Rioolheffing en Reinigingsheffing op basis van een meerpersoonshuishouden.

Voor wat betreft de eigenaren van woningen komt Nijmegen doorgaans, als het gaat om de totale woonlasten, net rond het gemiddelde van de grote gemeenten uit. Ook met de maatregelen ten aanzien van onze woonlasten uit het coalitieakkoord 2014-2018 zal dat waarschijnlijk zo uitkomen. We zullen met de OZB stijgen als gevolg van de afschaffing van de afvalstoffenheffing. Voor de huurders van woningen betekent het dat de woonlasten zeer laag zullen zijn nu de afvalstoffenheffing afgeschaft wordt.

Het Coelo heeft voor eigenaren van bedrijven onderzoek gedaan naar de hoogte van het OZB‐tarief eigenaar en gebruiker en naar het tarief Rioolheffing. Uit het OZB overzicht 2014 blijkt dat Nijmegen dit jaar met haar OZB‐tarief eigenaren op de derde plaats staat. Ten opzichte van 2013 zijn we dus 1 plaats gedaald. Lelystad staat op de 1e plaats.

Voor gebruikers van niet‐woningen heeft Leiden het hoogste tarief en staat Nijmegen op de 2e plaats.

Toelichting overige gewijzigde heffingen

Hondenbelasting

De belasting wordt geheven van de houder van een hond naar het aantal honden dat wordt gehouden. Het is een algemene belasting. Dat houdt in dat er geen relatie tussen enerzijds de kosten van bijvoorbeeld hondenuitlaatplaatsen en perceptiekosten en anderzijds de opbrengst hoeft te zijn.

Vanaf 2016 wordt de kwijtschelding hondenbelasting voor de eerste hond afgeschaft.

Parkeren

De Parkeerverordening stelt de kaders vast voor het verlenen van parkeervergunningen en de eisen die aan die vergunningen zijn verbonden. In het uitwerkingsbesluit van deze verordening zijn de verschillende parkeerproducten vastgelegd met de daarbij behorende criteria. Voor al deze producten wordt een tarief in rekening gebracht. Dat is geregeld in de verordening Parkeerbelastingen. Naast de tarieven voor vergunningen worden er via deze verordening ook tarieven voor het parkeren in straten, garages en op terreinen geheven. De parkeerder die niet of te weinig betaalt krijgt een naheffingsaanslag (gemeentelijke belastingaanslag). Het parkeerbeleid is vastgelegd in de Parkeernota ‘Kiezen en Delen’, die in oktober 2012 door de Raad is vastgesteld.

De opbrengst parkeerbelastingen wordt enerzijds gebruikt ter dekking van de kosten van o.a. parkeervoorzieningen, het selectief toegangssysteem voor de binnenstad en het fietsparkeren (gratis bewaakte stallingen). Ook wordt de parkeerregulering uit de opbrengst betaald.

Wij stellen voor om de tarieven voor 2015 in principe te verhogen met de inflatiecorrectie (1,42%). Hierop is een aantal uitzonderingen:

  • Het avondtarief in de garages blijft €0,50;
  • Om de inkomstenstijging van 1,42% te kunnen realiseren is het noodzakelijk om de meeste andere kortparkeertarieven met €0,05 te verhogen. Minder dan €0,05 is niet mogelijk omdat de parkeerapparatuur dat niet kan verwerken. Voor het centrum betekent het een stijging van 2%, in de eerste ring van 2,4% en in tweede ring van 3%;
  • De tarieven bij het CWZ worden met 20% verhoogd van €1,50 per uur naar €1,80 per uur. Dit om de tarieven in twee stappen marktconform te maken. Dit is in december 2013 bij het vaststellen van de belastingtarieven door de Raad besloten;
  • De tarieven voor zakelijke vergunningen die vergelijkbare gemeenten hanteren blijken aanzienlijk lager te liggen dan onze tarieven. Om de middenstand tegemoet te komen stellen we voor deze tarieven verlagen. Het gaat dan met name om de hoogste tarieven. De verlaging is gemiddeld 19% voor zakelijke vergunningen en 15% voor zakelijke abonnementen;
  • Om de inkomsten op peil te houden dienen de tarieven voor de bewonersvergunningen extra verhoogd te worden. Uit de vergelijking met andere gemeenten blijkt dat hier nog ruimte in zit;

Vanwege het feit dat we de parkeerproducten digitaal gaan aanbieden is het in stand houden van twee typen bewonersvergunningen niet mogelijk. We moeten terug naar een type bewonersvergunning met één tarief. Om dit kostenneutraal te kunnen doen wordt het tarief voor de bewonersvergunning buiten het centrum €12,50 per maand (25% verhoging ten opzichte van het tarief voor de eerste bewonersvergunning en een verlaging van 29% ten opzichte van het tarief van de tweede bewonersvergunning). In het centrum wordt de bewonersvergunning € 17,00 per maand (13% stijging ten opzichte van de eerste bewonersvergunning en een daling van 38% ten opzichte van het restant tweede bewonersvergunningen);

  • Het tarief voor de bezoekersvergunning wordt gewijzigd. Voor de vergunning zelf wordt geen tarief meer in rekening gebracht. Vergunninghouders kunnen vanaf 2015 per jaar maximaal 400 uur afnemen voor een bezoekersvergunning tegen € 0,20 per uur.

Op de te wijzigen tarieven wordt bij de vaststelling van de belastingverordening teruggekomen.

Toeristenbelasting

De toeristenbelasting kan worden geheven van personen die geen inwoners zijn van de gemeente Nijmegen en die binnen de gemeente verblijf houden in een hotel, pension of bijvoorbeeld vakantiehuisje. Nijmegen kent een tweetal tarieven, te weten voor campings en hotels.

De tarieven toeristenbelasting zullen in 2015 stijgen met 10% zoals aangekondigd in de stadsbegroting 2013-2016.

Leges en rechten

De leges en tarieven van de diverse rechten worden in rekening gebracht voor het door de gemeente verrichten van taken en diensten.

Gemeentelijke producten en diensten moeten kostendekkend zijn. De baten mogen de lasten niet overstijgen. Dit speelt bij een aantal heffingen; Rioolheffing, scheepvaartheffing, marktgelden, leges en reinigingsheffingen. Ieder tarief wordt getoetst aan de gemeentelijke richtlijn Kostentoerekening Leges en Tarieven, die is gebaseerd op de landelijke handreiking.

Voor een aantal tarieven stelt het Rijk een maximum vast, bijvoorbeeld de leges reisdocumenten. De mate van kostendekkendheid van de legestarieven is onlangs onderzocht door een interne werkgroep. Een conclusie die we kunnen trekken uit dit onderzoek is dat onze legesopbrengsten binnen de geldende kaders niet hoger zijn dan de kosten die we maken. We maken geen winst op onze leges. Op dit moment is nog niet bekend of er legestarieven zijn die meer dan met de indexatie stijgen. Hierop wordt bij de belastingverordening teruggekomen. Hierbij zullen we ook inzicht geven in de methodiek van kostentoerekening en cijfers.

Kwijtschelding

In de gemeente Nijmegen wordt kwijtschelding verleend voor de aanslag Afvalstoffenheffing en een tegemoetkoming gegeven voor het gebruik van de groene huisvuilzakken. Ook wordt kwijtschelding verleend voor de eerste hond en de leges voor een gehandicaptenparkeerplaats of ‐kaart. In de begroting 2015 is ten behoeve van het verlenen van kwijtschelding van afvalstoffenheffing een bedrag van bijna € 5 ton opgenomen en voor kwijtschelding van hondenbelasting ruim € 1 ton.