Toelichting baten en lasten
Baten: waar komt het geld vandaan
In 2015 zijn onze totale baten € 788 miljoen. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste onderdelen. Deze worden daarna kort toegelicht.
Via het gemeentefonds geeft het Rijk middelen aan de gemeente om taken uit te voeren. Hoe dit geld besteedt wordt is aan de gemeenteraad. Natuurlijk zijn er wel taken die een gemeente wettelijk verplicht moet uitvoeren maar de gemeenteraad kan daarvan het niveau bepalen.
Dit jaar is het gemeentefonds met ruim € 100 miljoen gestegen vanwege het toevoegen van de middelen voor het uitoefenen van de doorgedecentraliseerde taken van WMO, Jeugd en Werk.
Van het Rijk krijgen we ook middelen die we verplicht aan een bepaald doel moeten besteden. Doen we dit niet dan moeten we deze middelen terug geven aan het Rijk. De grootste specifieke uitkering is voor het verstrekken van uitkeringen, € 107 miljoen. Twee andere grote uitkeringen zijn voor de WSW taken en het begeleiden naar Werk. Deze drie samen zijn € 147 miljoen.
Belastingen zijn vrij besteedbaar; anders dan bijvoorbeeld heffingen en leges die specifiek voor een product gevraagd worden.
Het grootste deel van de belastinginkomsten komt uit de OZB woningen en OZB niet-woningen, respectievelijk € 34 en € 35 miljoen.De andere belastingen zijn de hondenbelasting (€ 1 miljoen), de precariobelasting (€ 0,6 miljoen) en de toeristenbelasting (€ 0,5 miljoen).
De opbrengsten van heffingen en leges mogen niet meer dan kostendekkend zijn. De twee grootste heffingen zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Deze twee zijn samen € 22 miljoen. Deze twee maken samen met de OZB deel uit van de woonlasten.
De andere € 9 miljoen wordt gevraagd voor bijvoorbeeld het verstrekken van bouwvergunningen, paspoorten en rijbewijzen.
Twee grote posten binnen de overige inkomsten zijn de huren die wij ontvangen vanuit verhuur van ons vastgoed en de parkeerinkomsten. Aan parkeerinkomsten hebben we in 2015 € 16 miljoen geraamd (inclusief boetes). Aan inkomsten vanuit ons vastgoed hebben we € 16 miljoen geraamd.
Daarnaast ontvangen wij inkomsten vanwege uiteenlopende redenen bijvoorbeeld omdat wij diensten leveren aan anderen, eigen bijdrage vragen voor voorzieningen of vanuit havens en liggelden.
Aan rente inkomsten ramen we € 38 miljoen. Aan rentelasten € 27 miljoen. Per saldo hebben we in de begroting daarmee een voordeel opgenomen van € 11 miljoen.
Hiervan bestaat € 0,5 miljoen uit dividend die wij verwachten te ontvangen van de BNG en de DAR.
Het andere deel is ons resultaat op financiering. Hierop wordt nader ingegaan in de paragraaf Financiering.
Planexploitaties zijn grote meerjarige ontwikkelingsprojecten, waarvoor de gemeenteraad een aparte begroting vaststelt voor de looptijd van het project. De boekhoudregels schrijven voor dat ook van de planexploitaties de baten en lasten van het betreffende jaar in de begroting worden opgenomen. Op de planexploitaties wordt ingegaan in de paragraaf Grondbeleid.
Onttrekkingen uit reserves zijn inkomsten voor de begroting. In deze begroting hebben we € 6 miljoen als inkomsten opgenomen. Het gaat hier om de onttrekkingen waarover de Raad een besluit heeft genomen. Het grootste deel hiervan zijn incidentele aanwendingen.
Bij de lasten zijn stortingen in de reserve opgenomen, in 2015 gaat het om € 9 miljoen.
In onze begroting worden op een aantal plaatsen bedragen verrekend tussen programma's en producten. De grootste betreft het verreken van de kosten en opbrengsten van accommodaties.
Lasten: waar gaat het geld naar toe
In 2015 zijn onze totale lasten geraamd op € 788 miljoen. Hieronder wordt een overzicht gegeven waar de lasten uit bestaan. Daarna worden deze toegelicht.
Onder goederen en diensten wordt alles geboekt wat anderen tegen onze betaling in opdracht uitvoeren of leveren. Deze post is ten opzichte van voorgaande jaren met ruim € 100 miljoen gestegen omdat voorlopig de budgetten van de doorgedecentraliseerde taken hierin zijn opgenomen. Deze kunnen in het loop van het jaar van categorie veranderen.
Het resterend deel wordt grotendeels bepaald door de programma's Openbare Ruimte, Sport en Accommodaties, Mobiliteit en Economie & Werk. Het gaat dan om trajecten voor uitstroom en participatie, contract met de DAR, onderhoud aan wegen en beheer en onderhoud van accommodaties.
Aan lasten voor de WWB uitkeringen hebben we in de begroting € 114 miljoen opgenomen. Deze lasten wijzigen gedurende het jaar vanwege ontwikkelingen in het actuele klantenbestand. Wij kunnen dit enigszins beïnvloeden door ons uitstroombeleid.
De totale kosten van de gemeentelijke organisatie bedragen € 112 miljoen. Hieronder vallen de loonkosten van de ambtenaren en de bestuurders en de kosten om de eigen organisatie te laten functioneren zoals huisvesting en ICT. In deze post zijn niet de kosten van de medewerkers opgenomen die werken aan investeringsprojecten en planexploitaties.
Kapitaallasten bestaan uit rente en de afschrijvingslasten van onze gereed gekomen investeringen. Het gaat hier om de kapitaallasten van onze beleidsinvesteringen. De investeringen ten behoeve van onze organisatie zijn onder de post "organisatie" opgenomen.
We hebben in de begroting € 63 miljoen aan subsidies opgenomen. Subsidies zijn betalingen aan anderen waarbij er geen goederen of diensten aan de gemeente worden geleverd. Jaarlijks verschijnt er een Uitvoeringsprogramma Subsidies waarin is opgenomen aan wie wij subsidies verstrekken.
Het grootste deel van de overdrachten bestaan uit bijdragen aan verbonden partijen zoals de regionale brandweer, <BREED>, GGD en ODRN. Verder vallen hieronder de verstrekkingen bijzondere bijstand en de individuele verstrekkingen vanuit de WMO. Een andere grote post zijn de vergoedingen onderwijshuisvesting die wij verstrekken aan schoolbesturen.
Aan rentelasten is er € 27 miljoen begroot. Op de rente en het resultaat op onze financieringsfunctie wordt ingegaan in de paragraaf Financiering.
Van de planexploitaties nemen wij, conform de geldende boekhoudregels, de baten en lasten op in onze meerjarenbegroting. In de paragraaf Grondbeleid wordt nader ingegaan op onze planexploitaties.
In 2015 storten wij € 9 miljoen in onze reserves. Bijna € 6 miljoen hiervan betreft een structurele storting in de saldireserve. Ongeveer € 3 miljoen zijn incidentele stortingen in de saldireserve.
Binnen onze begroting verreken we op een aantal plaatsen bedragen tussen programma's en producten. Bijvoorbeeld als het gaat om ons accommodaties.
De verhouding tussen programma's
Vanaf de begroting 2015 kennen we 16 programma's. Hiernaast zijn deze programma's weergegeven op rangorde van het lastenvolume. Het programma met de minste lasten als eerst en met de meeste lasten als laatste. In het overzicht is ook het nadelig saldo opgenomen.
Verreweg het grootste programma qua lastenvolume en nadelig saldo is Zorg en Welzijn. Ten opzichte van vorig jaar stijgt dit programma op deze ranglijst vanwege het toevoegen van de middelen voor de nieuwe taken WMO, Jeugd en Beschermd wonen.